F.H. treft ongeveer één persoon op 300 in België en deze aandoening is niet geslachtsgebonden. Zoals bij elke genetische ziekte zijn er twee manieren waarop F.H. zich overzet:
Deze manier komt het vaakst voor. In dit geval volstaat het dat je een defect gen van een van je ouders erft om de aandoening te krijgen, zelfs als het gen van je andere ouder wel functioneert. Elk kind van een besmette ouder heeft dus 1 kans op 2 om besmet te zijn.
Deze manier is zeer zeldzaam en treft maar ongeveer één op een miljoen mensen. In dit geval heeft de getroffen persoon zowel van zijn vader als van zijn moeder een kopie geërfd van het abnormale gen. In dit ernstigere geval van F.H. is de hoeveelheid LDL-cholesterol zo hoog dat zelfs kinderen een infarct riskeren!
Eén Belg op 300 lijdt aan familiale hypercholesterolemie.
Mensen met familiale hypercholesterolemie die zich niet laten behandelen, hebben 20 keer meer kans op een cardiovasculaire aandoening op jonge leeftijd.
Meer dan 90 % van de mensen met familiale hypercholesterolemie zouden hiervan niet op de hoogte zijn.
Familiale hypercholesterolemie betekent 50 % risico op infarct op 50 jaar bij mannen en op 60 jaar bij vrouwen.
Zonder behandeling zal de staat van de bloedvaten van F.H.-patiënten op 40 jaar gelijken op die van 80-jarigen.